Vroeger was het beter…
Vroeger was het beter geregeld in de zorg. Er was veel minder administratie, zorgplannen hoefden niet zo nauwkeurig en de evaluaties waren minder vaak dan nu. Rapporteren deden we in drie kleuren, iedere dienst zijn eigen kleur. Daarnaast waren er meer collegae en hadden we echt de tijd voor de bewoner. En omdat we de tijd hadden gingen er heel veel dingen goed en werden er ook heel veel problemen voorkomen, doordat we met elkaar in gesprek bleven.
Ik vond het altijd een voorrecht om de mens achter de opname – reden te zien en ik verdiepte mij er ook zeer zeker in. Zo werd ik door een meneer overtuigd dat ik echt moest leren parachutespringen en kreeg ik fotoalbums van zijn sprongen te zien. Werd ik meerdere malen gekoppeld aan een (klein)zoon, neef of zelfs een broer en heb ik de klassieke muziek zo weten de waarderen dat ik er zelfs lessen in mocht geven. In de verpleging heb ik leren communiceren, was ik voorheen altijd stil en teruggetrokken, hier moest ik wel. En ik ben gehard. Nog nooit op deze intieme manier iemand aangeraakt, laat staan geholpen met wassen en plots stond ik daar als verlegen meisje naast iemand die van allerlei slangen in en uit het lichaam had. Ik viel flauw bij de eerste aanblik, de tweede en derde keer ook. De vierde keer proberen was ook geen succes. Door de verpleeghuisarts werd ik de kamer uitgesleept en kreeg ik zijn zo geliefde mars te eten en daarna uitleg dat het helemaal geen pijn deed en uitleg wat al die slangen nu eigenlijk precies deden. Dat hielp. Maar mannen vond ik wel een dingetje, zeg maar, gelukkig kreeg ik als eerste man die ik mocht helpen, de meest begripvolle man en gaf hij mij de totale uitleg die ik nooit eerder had geleerd. Die tijd was er, die aandacht was er ook.
De behandelingen die gegeven werd, kregen natuurlijk ook de bijbehorende uitleg. Er was ruimte om behandelingen aan te passen en op veranderingen te anticiperen. Na mijn opleiding tot belevingsgericht consulent deed ik naast gespreksgroepen en teamtrainingen ook veel individuele gesprekken met bewoners. Op de revalidatie afdeling bereidde ik mede op deze manier de clienten weer voor om terug te gaan naar huis. Maar ook de mensen te begeleiden die afscheid moesten nemen van het leven, de familie in het gehele proces te steunen en er vooral voor hen te zijn. Ook dat was onderdeel van mijn vak.
Ook kookte ik regelmatig op de afdeling, bakte pannenkoeken en tosti’s en dekte ik op zondag de tafels extra feestelijk en schonk ik lekkere wijn of een drankje naar wens. In de centrale keuken werden de maaltijden dagelijks met liefde verzorgd en met alles kon rekening gehouden worden.
En wat heb ik gelachen, gierend over de vloer gerold en hoe leuk was het om over en weer geintjes uit te halen. En ja, vaak werd ik geholpen om een collega in de maling te nemen en wat hadden we dan onderling een lol. De bewoner, met een zeer slecht zicht, waaraan ik vroeg of hij wilde voelen hoe ik er uit zag en hij in 1 keer mijn borsten in zijn handen had en een ongelooflijk grote grijns op zijn gezicht had en zei, zo slecht zie ik ook nog niet hoor, meisje. Maar ook de 103 jarige dame die ik voor het eerst in haar leven in bad zette en ze eindelijk in jaren een aantal uren pijnvrij was.
Natuurlijk werd er erg hard gewerkt, we hadden allemaal ons eigen takenpakket en hielpen elkaar over en weer.
Met lede ogen zag ik aan dat er steeds meer collegae werden wegbezuinigd en mochten bepaalde dingen niet meer. Natuurlijk gingen, zij die overbleven, een paar stappen harder werken om het gemis op te vangen en natuurlijk was er ruimte om de leuke dingen van mijn vak te zien, maar het werd wel steeds wat lastiger gemaakt. De tafel dekken met linnen tafelkleden, mocht niet meer, de wijn trouwens ook niet. Ranja kwam er voor in de plaats. Het eten werd al twee weken van te voren bereid en werd teruggekomen. We kregen dure maaltijdkarren die op tijd aangezet moest worden, zodat die oude maaltijden konden worden opgewarmd. En had mevrouw Jansen behoefte aan witte rijst met bessensap, dat had ze dan maar twee weken van te voren moeten aanvragen.
We moesten uitgebreid in kaart brengen wat iemand had, welk doel er werd nagestreefd en in wat voor tijdsbestek dat gebeuren zou. Iedere minuut moet worden verantwoord. Sterker nog, er is berekend hoe lang we over welke handeling mogen doen.
De gesprekken zijn wegbezuinigd, medicijnen nemen die plaats nu in. Zorg op maat, nee dat is er allang niet meer. Er is meer tijd nodig voor alle administratie die verplicht is en de verantwoording die er afgelegd moet worden dan de daadwerkelijke zorg. De computer is steeds belangrijker geworden en het stereotype beeld wat geeft dat gezusters meer op hun kont zitten dan dat ze wat doen, wordt door dit ook wel gevoed.
Is het nu allemaal kommer en kwel? Nee dat zeker niet. Feit is dat er veel te weinig medewerkers zijn om de benodigde zorg te leveren. Persoonlijk ben ik voorstander om medewerkers versneld op te leiden, via een kort traject. Bijleren wat je niet weet en certificaten voor wat je wel weet, zodat het ook voor medewerkers, die een heel gezin achter zich hebben staan en daardoor minder mogelijkheden zien om een hele lange opleiding te gaan volgen, ook kan bieden dat er op basis van ervaring een opleiding op maat kan worden samengesteld. Daarnaast scheelt het enorm in de kosten en is er een enorme tijdswinst. Het EVC (erkenning verworven competenties) is reeds geïntroduceerd in de zorg, maar de meeste opleiders staan er zeer negatief in en houden vast aan het oude systeem. Jammer, want dit zou zoveel winst in de gehele zorgsector kunnen opleveren. Daarnaast verhoogd het ook het werkplezier en hou je medewerkers ook langer in de zorgsector.
Dat er minder tijd is voor de client vind ik wel een kwalijke zaak. Juist die tijd gaf de ruimte om holistische zorg in te zetten. De mens in zijn geheel zien ipv alleen de kwaal. Kijken naar de mogelijkheden en iemand daarin versterken, gebeurde met die tijd. Leren omgaan met beperkingen komt niet vanzelf, professionele begeleiding zorgt ervoor dat men het wiel niet zelf hoeft uit te vinden en uiteindelijk zorg je er dan voor dat iemand sneller minder tot geen zorg nodig heeft en minder medicatie behoeft. Want het niet fijn om afhankelijk te zijn, om alles moeten vragen omdat je het zelf niet meer kunt. Tegenwoordig zie ik dat daar vaak mee geworsteld wordt. Vaak is er naast lichamelijke klachten ook geestelijk wat aan de hand. Voor dat laatste is er geen aandacht meer, het staat niet in het protocol en buiten de eigenlijke klacht wordt er niet behandeld.
Jammer, ik vind het vooral jammer dat de zorgverleners zo aan banden zijn gelegd, dat er weinig ruimte is om te doen waar we zo ontzettend goed in zijn, namelijk zorg verlenen. Ik vind het jammer dat er continue verantwoording over moet worden afgelegd en de zorgverzekeraar een uiteindelijke beslissing neemt. Het vertrouwen in de professional is ver te zoeken. De betere versie zou zijn dat de zorgverlener samen met de arts de uiteindelijke beslissing neemt. Zij kennen de client en hebben er een opleiding voor afgerond.
Als ik een bepaald incontinentie materiaal adviseer, moet het niet zo zijn dat de client deze niet mag hebben. En ik vind het al helemaal lastig te verteren dat er een aantal is vastgelegd wat een client per dag mag gebruiken. Wat ik tegenkom is dat er voor de goedkoopste variant is gekozen met een limiet die bij een duurder materiaal wel zou kunnen, mist er geen rare dingen gebeuren, het goedkope materiaal kan deze kwaliteit niet leveren en daardoor zijn er meer ongelukken, huid irritaties, wonden en daarnaast natuurlijk de huishoudelijke taken die toenemen, vaker een bed verschonen, kleding vaker wassen en de vraag wie dat dan gaat doen als je zelf zo beperkt bent. Want meer huishoudelijke ondersteuning lukt in veel gemeentes niet, doordat daar ook fors in is bezuinigd en er van te voren taken worden vastgelegd in een ondersteuningsovereenkomst. Dat houdt in dat er bij calamiteiten daar geen beroep op kan worden gedaan.
De participatie samenleving, een samenleving waarin je zelf de verantwoordelijkheid neemt over zijn of haar leven. Langer verantwoord thuis blijven wonen. Het is leuk bedacht, maar in de praktijk zie ik dat er teveel dingen mis gaan. Mantelzorgers die overbelast raken, wachtlijsten voor geestelijke hulp en wachtlijsten voor acute zorg en langdurige opnames. Het valt niet te verenigen met de zware bezuinigingen die zijn doorgevoerd. Ja natuurlijk moet je zelf doen wat je kan en je niet afhankelijk opstellen als het niet nodig is. Maar als je dan een hulpvraag hebt, moet daar wel, snel, aan voldaan worden en dat is nu niet het geval.
Is het dan alleen maar negatief in de zorg, nee zeker niet. Ik heb gelukkig ook hilarische momenten met de clienten, als het even kan, maak ik een praatje en kom ik daar later nog wel eens op terug. Stukje belangstelling vanuit mij, vind ik fijn om te kunnen geven. Het zijn de kleine dingen die het doen, daar hou ik mij altijd maar aan vast.
Liefs, Desiree