Zorgen in zorgland
Zorgen in zorgland
Ja echt ze zijn er in overvloed.
En nu in de aanloop van de verkiezingen gaan de partijen zich plots hard maken voor de zorg. Ach hou nou toch op, na de verkiezingen zien we er weer niets meer van terug. En laten we eerlijk zijn, hoe komt het dat er nu zorgen in zorgland zijn?
Ik heb lange tijd gepoogd mijn mond te houden en geen blogs meer te schrijven. Mede doordat anderen vonden dat ze het recht hadden om mij daar persoonlijk op aan te vallen. Persoonlijk vind ik dat heel erg jammer. Niet dat ik bang ben geworden, maar wel dat ik de energie er niet meer in wil steken om mij constant te moeten verdedigen. Iedereen mag een mening hebben en iedereen mag deze verkondigen. Maar bedreigen en heel erg nare berichten sturen, daar vind ik dan wel wat van, het gaat mij te ver.
Maar mijn mond houden, ik ben er gewoon niet zo goed in. Het raakt mij dat de zorgverlener steeds meer beperkt wordt in zijn professionele handelen. Ik irriteer mij regelmatig aan de regels die derden hebben opgesteld, vaak met weinig tot geen ervaring op de werkvloer en dat ik de sjaak ben die zich daaraan moet houden. En met mij, zijn er natuurlijk nog duizenden andere sjakies…want wij zorgverleners hebben nog maar een zeer beperkte bewegingsruimte.
Zorgen in zorgland, ik deel deze met velen en ik zal u meenemen in mijn dagelijkse praktijk. Ik begin met een korte uitleg, deze uitleg is een belangrijke want hierop is alles gebaseerd. Dat wij met zijn allen steeds ouder worden is een feit, dat er meer ouderen dan jongeren zijn, daar kunnen we met zijn allen ook niet omheen.
Nederland is een participatiesamenleving
Volgens wikipedia is dat:
De participatiesamenleving of doe-democratie is in Nederland een voorgestelde samenleving waarin iedereen die dat kan, verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen leven en omgeving. Het streven naar een participatiesamenleving is zowel een politieke ideologie als een bezuinigingsoperatie. Vanwege stijgende kosten wil de overheid de verzorgingsstaat beperken en probeert zij steeds meer taken aan de individuele burger over te dragen. Anderzijds wordt aangenomen dat de burger zelf ook minder bemoeienis van de overheid verwacht of nodig heeft.
Of zoals Koning Willem – Alexander dat zo mooi verwoordde in zijn eerste troonrede op 17 september 2013:
Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.
Het is het begin geweest van een bezuinigingsmaatregel die zijn weerga niet kent. Overal in zorgland komt men het tegen, overal worden zorgverleners geconfronteerd met protocollen, opgelegde beperkingen, hoge administratielast en het meest belangrijke, de patiënt wordt gezien als verdienmodel.
Ben ik tegen de participatiesamenleving? Nee niet perse. Ik vind zeker dat ik minder bemoeienis nodig heb van de overheid. Ik neem graag mijn eigen verantwoordelijkheid voor mijn leven en mijn omgeving. Ik kan dat en doe dat dus ook. Ik wil niet afhankelijk zijn van de overheid als dat niet nodig is.
En daar zeg ik natuurlijk iets wat de overheid liever niet hoort. De overheid vind het wel fijn dat ik, ook al kan ik de verantwoordelijkheid niet meer dragen, dat ik dat dan vooral wel blijf doen of dat ik er mijn omgeving mee opzadel. Mantelzorgers raken echter ook overbelast, want zij dragen hun eigen verantwoordelijkheid en vaak al voor lange tijd ook de verantwoordelijkheid van een ander. En zelfs een veelvoud daarvan. Overbelast raken ze en dat is natuurlijk ook niet zo gek, want 24/7 alle ballen in de lucht houden is niet te doen. De participatiesamenleving is er ook op gericht om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen.
Als dergelijke situatie dan in elkaar stort, moet er een beroep worden gedaan op de professionele zorgverlener. En daar komt dan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en waar mogelijk ook de Zorgverzekeraar om de hoek kijken.
Wet maatschappelijke ondersteuning
En daar groeit de berg zorgen in zorgland. De speelruimte die je krijgt is namelijk zeer beperkt. De huishoudelijke ondersteuning is de hulp die veelal als eerste wordt ingezet. Deze is beperkt in de mogelijkheden. Per gemeente verschilt de inzet, veelal wordt er gewerkt aan de hand van vooraf afgesproken taken, die door de gemeente zijn opgesteld.
Op zich een prima systeem, daar er teveel misbruik werd gemaakt van de voorziening en van de medewerkers. De richtlijn is nu een schoon en leefbaar huis in de leefruimtes. Hiermee zegt de gemeente dat ieder huis even groot is en iedereen dezelfde leefruimtes hanteert. Andere ruimtes worden niet structureel meegenomen in de ondersteuning die vanuit de WMO geboden wordt. Boodschappen valt bij de meeste gemeenten ook niet meer in dit ondersteuningsplan (of zorgplan). Er wordt geïndiceerd in taken en niet meer in uren. Dat is lastig want hoe lang staat nu voor welke taak. De frequenties zijn landelijk overeengekomen, waneer en hoe vaak je welke taak mag uitvoeren. Gelijkend op het model schoonmaak.
In Enschede is recentelijk een uitspraak gedaan door de Centrale Raad van Beroep, het hoogste bestuursrechtorgaan in Nederland.
De CRvB wijst er op dat huishoudelijke hulp moet worden toegekend op basis van uren.
Wat voor consequenties deze uitspraak zal gaan hebben voor andere gemeenten is op dit moment nog niet duidelijk.
Op papier ziet het er allemaal eigenlijk wel prima uit, maar ik ben een meisje van de praktijk en daar loop ik continue tegen muren aan. Muren die ik al eerder heb benoemd in eerdere blogs zoals deze over mantelzorg en dat het vroeger beter was geregeld.
Laatst had ik een dame aan de telefoon, ze had haar arm gebroken, liep sinds een paar jaar met behulp van een rollator en was door het ziekenhuis weer na het gipsen terug naar huis gestuurd, want ze houden geen kostgangers. Mw is 98 en heeft haar kinderen overleefd. Kleinkinderen zijn er niet en een netwerk is ook niet meer van toepassing. Deze mw redt zich altijd alleen maar dat lukt nu dus niet meer zo goed. Een computer heeft ze niet, ze heeft gewoon nog zo’n ouderwetse telefoon, zoals ze dat zelf zo goed benoemt. Maar die doet het nog goed hoor. Mw vraagt mij om hulp, ik weet dat het niet mag, maar zouden jullie wellicht een boodschapje voor mij kunnen doen, ik kan nu mijn huis niet uit en ik heb niets te eten in huis. Ik snap de situatie en overleg met de manager of er een uitzondering gemaakt kan worden. Nee Dees is het antwoord, hoe schrijnend dat dan ook is, we mogen het echt niet van de gemeente. Ik geef dit antwoord door aan mevrouw. Huilend, antwoord ze, zelfs niet een pak vla, daar kan ik dan wel een week mee doen hoor, meisje. Nee mevrouw, zelfs een pak vla mogen wij niet voor u halen. Een brok in mijn keel, tranen wellen in mijn ogen op. Mw hangt op, nadat ze zegt, ik begrijp het wel hoor meisje, regels zijn regels.
Nadat de verbinding is verbroken blaas ik stoom af, in wat voor maatschappij leven wij nu eigenlijk, hoezo kunnen wij deze mw niet van eten voorzien. Iedere vorm van tafeltje dekje gaat verdorie met computers, niemand kan hier nog buiten die kleredingen. Waar is de menselijkheid gebleven. En ook als ik de consulent van de gemeente aan de lijn heb, leg ik dit verhaal voor. Is dit nu goed zorgen voor je burger, de verantwoordelijkheid naast je neerleggen en verwijzen naar je buren die de nederlandse taal niet machtig zijn. Het is niet eens een kwestie van niet willen van deze mensen, maar een kwestie dat communiceren niet goed mogelijk is. En hoezo moet je totale vreemden gaan vragen om wat boodschappen te doen, hoezo kan dit niet, bij wijze van uitzondering geregeld worden.
De andere kant zie ik natuurlijk ook. Ik spreek een medewerker dat een klant geen boodschappen meer doet, dit gaat al een paar maanden zo en de hulp doet ze nu in haar eigen tijd maar ziet dat het een structureel probleem is en wil graag een goede oplossing hiervoor, want als ze uitvalt om wat voor reden dan ook, dan heeft mw dus niets meer in huis. Ik overleg met de casemanager en vraag of er een boodschappendienst kan worden ingezet die wekelijks de spullen komt brengen. Er wordt contact opgenomen met de zoon. De zoon herkent zich totaal niet in de situatie, moeder heeft tenslotte altijd genoeg in huis, als zoon eens in de maand op zondag even langs komt. Dus nee, het mag niet. En als moeder niets te eten heeft, dan deelt ze haar tafeltje dekje maaltijd maar in tweeën, dan heeft ze de hele dag wat te eten. U begrijpt, totale onbegrip voor dit antwoord van mijn kant en de actie naar de medewerker, stop met boodschappen doen en laat zoon maar zien dat zonder boodschappendienst moeder dus geen brood en dergelijke in huis heeft, is door mij uitgezet. Hoe triest kun je zijn…hij had alleen maar ja hoeven zeggen.
Thuiszorg
Zorgen in zorgland en dan is dit gedeelte alleen nog maar de huishoudelijke ondersteuning, de laagst en vaak als eerste ingezette professionele zorg. Dan heb ik het nog niet eens over het inzetten van persoonlijke zorg en verpleging, dan heb ik het nog niet eens over dat ouderen ook thuis mogen revalideren. En dan heb ik het nog niet eens over de macht van de zorgverzekeraar. Dat het indiceren steeds moeilijker wordt gemaakt, dat je afgerekend wordt op eenvoudige zorgtaken, nachtzorg en 24 uurszorg. Dat jij als zorgverlener ziet dat de mantelzorger snachts moet slapen om de batterij weer op te laden om mee te zorgen voor de terminale naaste en de zorgverzekeraar dat eigenlijk niet wil vergoeden. Hoezo, iedereen moet toch langer thuis blijven wonen, dan mag je toch ook thuis sterven. Of dat ik een morfinepomp aanvraag, na overleg met de huisarts en de zorgverzekeraar deze aanvraag afwijst, omdat die dat niet nodig acht. Na telefonische opheldering wordt mij gevraagd het medisch dossier op te sturen, zodat men een heroverweging zou kunnen maken. Wat denk je nu zelf, waar is de privacywetgeving ook al weer voor. Ben je arts dan vraag ik, nee is het antwoord. Nou, naar mijn idee heb je dan niet het recht om het medisch dossier op te vragen en of in te zien. Jij kan niet beoordelen of iemand wel of geen morfinepomp behoeft. Ik krijg een heel relaas waar de patiënt aan moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen van een morfinepomp, als ik haarfijn onderbouw dat mijn patiënt daar ruimschoots aan voldoet, blijft het antwoord nog steeds nee.
Of de jonge GGZ klant, die plots uitbehandeld is, omdat langdurige begeleiding veel minder oplevert dan acute begeleiding en iemand het dus nu voortaan maar zelf moet rooien. Of de klant de regie kan voeren over zijn leven, huishouden en dergelijke blijkt niet eens een vraagstuk te zijn. Dat ik moet ingrijpen, als de partner, ook een GGZ klant, plots wegvalt doet mij bijna in woede uitbarsten. Hoe is het mogelijk dat de begeleiding totaal gestopt is en niemand, maar dan ook niemand op het idee is gekomen dat dergelijke situaties kunnen escaleren. En moet ik nu echt gaan uitleggen dat als de situatie is geëscaleerd er alleen maar verliezers zijn, de klant is ten alle tijden de dupe. De begeleider weet niet waar die moet beginnen en de kosten rijzen de pan uit. Want zeg nu eerlijk, beter op een lage frequentie de patiënt in beeld houden dan het dossier sluiten en maar zien waar het schip strand.
Marktwerking in de zorg
Ik ben er nooit voorstander van geweest. Ik vind dat iedereen het recht heeft om bij welke zorgaanbieder dan ook zorg te moeten kunnen ontvangen. Zorg ontvangen is iets wat intiem is. Jij moet als klant je veilig voelen bij de zorgverlener. Niemand kan voor jou beslissen wie dat gevoel bij jou kan creëren.
De uitspraak van Minister de Jonge vind ik dan ook een onbegrijpelijke.
We zullen onder ogen moeten zien dat elementen van marktwerking onbedoeld tot ongewenste situaties hebben geleid.
Hij constateert dat door keuzevrijheid van cliënten een versnippering van aanbod is ontstaan, waardoor de kwaliteit van de zorg is verminderd.
De kwaliteit van zorg bepaalt mede de klant, de ene klant vind meerdere zorgverleners die op 1 dag in zijn huis komen misschien als heel fijn de ander vind dat zeer onprettig en zweert bij een klein team van zorgverleners.
Zijn oplossing is: Regionaal organiseren
De minister wil dat het zorgstelsel gedeeltelijk anders wordt ingericht. Zo moeten cliënten minder vrijheid krijgen om te kiezen tussen verschillende aanbieders. In plaats daarvan wil hij de zorg regionaal organiseren. Gemeenten moeten daarvoor wat hem betreft samenwerken met zorgverleners en verzekeraars, waardoor er ook minder concurrentie is. Nieuwe zorgaanbieders in die regio’s moeten strenger worden gecontroleerd en grotere aanbieders krijgen een vergunningsplicht.
Stop hier, we leven toch in een participatiesamenleving, ik word toch geacht zelf mijn zaken te organiseren. Ik bepaal dus ook zelf wie er mij smorgens komt wassen. Iedere verpleegkundige werkend in het werkveld heeft een verplichte BIG registratie en die moet jaarlijks aan heel wat eisen voldoen en ook dat wordt getoetst bij het verlengen van die BIG registratie. Iedere zorgaanbieder hoort een HKZ certificering te hebben…maar nu zegt het verdienmodel ook nog een extra vergunning te kunnen eisen.
Ik vind dergelijke uitspraken onbegrijpelijk, onwenselijk en onnodig. De discussie die nu alweer gevoerd wordt om zorgverleners uit het buitenland te halen is evengoed onbegrijpelijk. Dit als al meerdere keren geprobeerd, maar het Nederlandse beleid verbied de veelal hoogopgeleide zorgverlener hier zijn beroep uit te oefenen omdat in het buitenland behaalde diploma;’s hier niet geldig zijn. En ik blijf erbij, maak het opleidingsstelsel voor de werkende zorgverlener aantrekkelijker middels het EVC systeem en je ziet meer doorstroming, meer groeimogelijkheden en op deze wijze maak je werk in de zorg al een stuk aantrekkelijker.
Daarnaast is de beloning die er tegenover wordt gezet totaal niet in verhouding met de verantwoordelijkheden en werkdruk die er in de zorg nu eenmaal is. Ik ken vele niveau 3 verzorgende individuele gezondheidszorgverleners maar ook vele MBO niveau 4 verpleegkundigen die nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Ondanks dat ze veel avond en nachtdiensten draaien. natuurlijk ken ik ook heel veel huishoudelijke ondersteuners wiens financiële situatie, ondanks alle toeslagen en hulp nog steeds zeer zorgelijk is. En dan is die 5% loonsverhoging wat de bonden nu eisen iets wat je nauwelijks serieus kunt nemen als zorgverlener.
Meer salaris
Is meer salaris echt zaligmakend, kun je stellen dat als er 500 euro per maand bij iedereen bij komt dat plots alle problemen zijn opgelost in de zorg? Nee, dat zeker niet, maar de waardering zou meer in verhouding staan dan nu het geval is. De financiële ruimte die er dan ontstaat zal zorgen dat de problemen, stress en daardoor ziekteverzuim zal doen afnemen en men zal door deze ruimte ook eerder in de gelegenheid komen om beter op te laden in de vrije tijd die er is. Wellicht zouden mensen ook iets terug kunnen gaan in werkzame uren, zodat het lichaam voldoende rust kan krijgen en niet overbelast raakt, zodat langdurig ziekteverzuim wordt voorkomen. De zorg wordt ook weer aantrekkelijker, als er beter beloond wordt. Mijzelf als voorbeeld nemend, in het bedrijfsleven had ik al vele bonussen en salarisverhogingen tegemoet kunnen zien door de dingen die ik heb gedaan en nu op mijn cv staan, maar waar in de zorg nagenoeg niet eens waardering voor wordt uitgesproken, laat staan dat mijn salaris is verhoogd.
De wet BIG
Ik wil nog even stilstaan bij de wet BIG.
Op 12 februari 2019 las ik dit bericht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Door een wijziging in de wet BIG zijn BIG-geregistreerde zorgverleners per 1 april 2019 verplicht hun BIG-nummer actief bekend te maken. Hierdoor wordt het voor patiënten makkelijker te controleren of een zorgverlener in het BIG-register staat ingeschreven. En als BIG-geregistreerde zorgverlener bent u snel vindbaar en zonder dat u verward wordt met een collega met eenzelfde achternaam en hetzelfde beroep.
Waar moet het BIG-nummer vermeld worden?
U vermeldt het nummer op alle plekken waar u beroepsmatig uw naam en beroep (of die van de zorgverleners die u in dienst heeft of inhuurt) bekend maakt. De wet gaat uit van in ieder geval de onderstaande plekken (indien van toepassing):
- website(s) en andere digitale media;
- briefpapier en e-mail ondertekening;
- facturen;
- op bordjes in wachtkamers van praktijken en ziekenhuizen waar de naam van de BIG- geregistreerde zorgverlener wordt vermeld.
De Wet BIG verdeelt beroepen die onder deze wet vallen in 3 groepen volgens hun wettelijke artikelnummer: artikel 3-, 34- en artikel 36a-beroepen. Wettelijk erkende specialismen vallen onder artikel 14. Alleen artikel 3-beroepen staan geregistreerd in het BIG-register en vallen onder het tuchtrecht.
Artikel 3-beroepen
Artikel 3-beroepen:
- hebben een wettelijk beschermde beroepstitel;
- moeten zich registreren in het BIG-register;
- vallen onder het tuchtrecht.
Overzicht artikel 3-beroepen:
- Apotheker
- Arts
- Fysiotherapeut
- Gezondheidszorgpsycholoog
- Physician assistant
- Psychotherapeut
- Tandarts
- Verloskundige
- Verpleegkundige.
Iedere 5 jaar moet de BIG geregistreerde zijn registratie vernieuwen, a 85 euro per keer. Er staan meer dan 350.000 zorgverleners geregistreerd in het BIG-register.
Serieus kunnen ze voor dit enorme bedrag niet eens goed werkende website maken dat, mocht de zorgverlener het door de patiënt opgevraagde registratienummer niet willen geven, dit voor de patiënt makkelijk op te zoeken is?
Minder administratie, minder regels en minder niet werkende protocollen…ik hoor het ze nog zeggen…
Zorgen in zorgland, ik krijg er naast grijze haren ook hartklachten van.
Liefs, Desiree